Oliver Czarnetta
1966, Düren (Duitsland)
Werk...
"Wat ik doe, wordt in het algemeen gemotiveerd door onderzoek naar de essentie van de menselijke persoonlijkheid.
Mijn vertrekpunt waren lange series Quasi-Portretten, portretten zoals ze lijken en in heel verschillende media en schalen. Ik was op zoek gegaan naar de oorsprong van onze individualiteit van buitenaf, als het ware via de oppervlaktelaag van het menselijke individu, de fysionomie. In honderden quasi-portretten probeerde ik de diversiteit en uniciteit van het menselijk wezen te vatten. (zie Quasi-Portretten, Boxer, Fragment)
Er volgde een werkfase waarin ik probeerde te komen tot diepere lagen van onze individualiteit en die op twee manieren te werk ging.
Een daarvan was het gebruik van transparante, in het bijzonder doorschijnende media, in het bijzonder epoxyhars; zo zijn de levensgrote Spectrum-koppen ontstaan.
Ten eerste, in onze cultuur met zijn door het christendom geïnformeerde verlichtingsideaal, smeekt dat soort materiaal om te fungeren als een synoniem voor 'spiritualiteit' - we 'zien door iets heen', we 'zien het licht', en het bestaan zelf van de gotiek glas-in-loodramen is aan deze consensus te danken. Voor mij verwijst het materiaal ook naar het proceskarakter van de menselijke individualiteit doordat de innerlijke werking van de hoofden wordt waargenomen als constant in beweging, in een proces dat als het ware wordt bewerkstelligd door iemand eromheen te lopen. In deze hoofden, die zich van binnenuit manifesteren door luchtbellen en sommige pigmenten, is het gezicht als een symbool van individualiteit een afdruk die in het binnenste van het hoofd hangt; het geeft een indruk van het vluchtige en fragiele. (zie Hybride, Holon, Laagportret, Spectrum en de grote koppen)
Het andere aspect, het doordringen door de buitenste laag in de diepten van de persoonlijkheid, kwam tot stand door het oppervlak van het lopende stuk te breken en te werken met spiegels om het oog te richten - spiegels die wijzen op zelfkennis en kritische reflectie. Voorbeelden zijn de gietbeton ‘bunkerachtige’ series Single Interieurs en Lounge Interieurs. Hun uiterlijke verschijning is schatplichtig aan de constitutie van het menselijk gezicht; kijkgaten en ooggaten geven de kijkdozen het uiterlijk van oude Griekse of Romeinse maskers. Om ze te gebruiken, moet de toeschouwer zijn/haar gezicht tegen het werk drukken. Een aantal spiegels leidt het oog naar lichaamsdelen die normaal gesproken niet toegankelijk zijn voor de eigen ogen, zoals de eigen oor- of neusgaten. De dozen herinneren ook aan bunkers, die bovendien herinneren aan het evenwicht tussen de behoefte aan bescherming en het isolement van de individuele persoonlijkheid. (zie Single Interieur)
Vanuit de kijkdozen met hun bunker-uiterlijk wendde ik me tot het huis als een symbool van onze persoonlijkheid, al lang ingeburgerd in de psychologie zoals deze is geweest. Voor deze werken ontwikkelde ik een giettechniek gebaseerd op het verloren-wasproces, waardoor ik in één keer in elkaar geschoven huizen à la '... huis in een huis in een huis ...' in één afgietsel kon gieten. Ik zie dat als een afspiegeling van de uienstructuur van de menselijke persoonlijkheid. Ons ‘zelf’ wordt hier waarneembaar als een verdere microkosmos in een verdere macrokosmos, van het oneindig kleine tot het oneindig uitgestrekte. De overeenkomst tussen de lagen, een constant proces, creëert een fenomeen van samenhang, ons ‘zelf’. "
Oliver Czarnetta - Doctor of Art History - Master in Fine Arts